Welk masker draag jij?

Elk mens heeft een bepaald karakter. Een ‘karakter’ is eigenlijk het geheel van gedragingen die diep in jou als persoon gegrift zijn. Je karakter vormt zich tijdens je eerste levensjaren door ervaringen en invloed van buitenaf, in combinatie met het temperament waar je mee wordt geboren. 

Als kind heb je ongetwijfeld zowel liefdevolle als pijnlijke ervaringen meegemaakt. Je leerde op een bepaalde manier te reageren op deze ervaringen, je leerde bepaalde strategieën en technieken aan die toelieten om je staande te kunnen houden in de wereld en je te beschermen tegen deze gebeurtenissen. Om je met andere woorden toe te laten om zo pijnloos mogelijk te overleven. Deze strategieën worden na verloop van tijd onbewust. Je gaat dan op een bepaalde manier reageren op situaties zonder dat je hiervan bewust bent. Je ontwikkelt een ‘karakterstijl’.

Een karakterstijl is een reactie op een basisbehoefte die je had als kind en die niet beantwoord werd, ontstaan in de eerste vijf levensjaren. Wilhelm Reich, psycholoog en psychoanalyticus, onderzocht dit en stelde vast dat deze reacties in 5 karakterstijlen kunnen worden gecatalogeerd. Deze door Reich ontwikkelde methode (geïnspireerd door Freuds werk) is later verder uitgewerkt door Löwen en Pierrakos (bio-energetica).

Het lijf spreekt voor zich.

Reich ging er van uit dat een karakterstijl niet alleen iets psychisch is, maar zich ook in het lichaam uit. Een karakterstijl uit zich via onze bouw, motoriek en expressie. Het lijf spreekt voor zich. Het komt er eigenlijk op neer dat je aan iemands fysieke houding zijn levensverhaal kunt aflezen. Mensen met gelijksoortige jeugdervaringen en ouder/kindrelaties vertonen lichamelijke overeenkomsten en een gelijkend psychisch patroon.

Een karakterstijl bestaat uit een samenhang van lichamelijke en psychische kenmerken, standpunten en gedragspatronen. Het is het deel van de persoonlijkheid dat zich naar buiten toe manifesteert. Deze ‘buitenkant’ van het karakter, het ‘masker’ treedt vaak op in situaties waarin een persoon het moeilijk heeft of stress ervaart.  Het begrijpen en herkennen van de karakterstijlen biedt een helder kader om menselijk gedrag en patronen beter te begrijpen. Het helpt je je eigen gedrag te verklaren, je partner beter te begrijpen of je kinderen bewuster op te voeden.

Binnen de lichaamsgerichte methodiek vormt het systeem van de karakterstijlen een belangrijke tool.

Deze reeks is speciaal opgericht voor coaches, dans- & bewegingstherapeuten en psychotherapeuten die zich hierin willen verdiepen, want binnen de lichaamsgerichte methodiek vormt het systeem van de karakterstijlen een belangrijke tool. Het maakt een eenvoudige, ontwikkelingsgerichte diagnostiek mogelijk. Niet alleen de belemmering van de karakterstijl komt naar voor, maar ook de kwaliteiten en de groeikansen. Elke karakterstijl kent immers niet alleen negatieve aspecten, maar ook heel veel positieve aspecten.

Hieronder belichten we kort de 5 karakterstijlen. Het is echter eenvoudig om je teveel hierop te focussen. In de praktijk heeft immers niemand slechts 1 karakterstijl. Doorgaans is het zo dat één of twee karakterstijlen overheersen, maar iedereen zal zichzelf wel in elke karakterstijl herkennen. Bovendien is iedere persoon uniek. Niemand is in één of enkele karakterstructuren te beschrijven en er zijn tal van combinaties. Let vooral niet op de afschuwelijke benamingen van de stijlen. Ze stammen immers af van de klassieke psychoanalyse. Ze wijzen niet op gestoord gedrag, en willen niemand in een vakje duwen.

  • De Schizoïde karakterstijl (de gefragmenteerde)

De eerste fase van de ontwikkeling van een kind situeert zich ongeveer vanaf de tweede helft van de zwangerschap tot de leeftijd van ongeveer 4 maanden. In deze fase doet de baby zijn eerste ervaringen op met het ‘welkom’ zijn op deze wereld. Een tekort aan welkom ligt aan de basis van de schizoïde karakterstijl. Het kind voelt zich onvoldoende veilig om echt ‘te landen’ in zijn wereld en in zijn lijf. Het vraagstuk van vertrouwen en bestaansrecht is onvoldoende opgelost. Hij verbindt zich niet echt met wereldse zaken, noch met de ander. Intimiteit kan hierbij bedreigend zijn. Hij kan overal zonder en kan alles alleen aan. De uitdaging voor dit type is leren op aarde te landen en zich te verbinden met mensen.

  • De Orale karakterstijl (de behoeftige)

Tijdens de tweede ontwikkelingsfase van het kind (tussen 0 en 12 maanden) richt het kind zich vooral op de vraag ‘Is er voldoende voeding voor mij.’ Naast fysiek voedsel heeft de vraag ook betrekking op de broodnodige voeding in de vorm van liefde, warmte en aandacht. Een tekort aan afgestemde en voldoende voeding op één of meerdere van deze vlakken ligt aan de basis van de Orale karakterstijl. Deze person hunkert naar aandacht en liefde. Dit type persoon moet leren voor zichzelf zorgen en dingen alleen doen. Ook moet hij verantwoordelijkheid voor zijn eigen leven nemen. 

  • De masochistische karakterstijl (de samengedrukte)

Tussen de 18 en 36 maanden ligt de nadruk bij de ontwikkeling bij de zelfbeschikking over het eigen lichaam. Het is belangrijk dat het kind leert ervaren dat het een eigen keuze heeft over zijn eigen lijf en dus ook over het leven. Wanneer een kind teveel beperkt wordt in deze fase leidt dit tot een verlies in zelfexpressie. Hij durft niet van zich af te bijten en kropt zijn woede op. Hij is vaak warmhartig en plezierig, want hij wil iedereen te vriend houden. Dit meeleven met het verdriet van een ander zorgt er echter voor dat de persoon het leven van andere personen niet zwaarder wil maken en zich leert in te houden, minder te lachen en minder lawaai te maken. De persoon bouwt een levensstijl van opoffering. Het leven wordt ervaren als een last: er moét zo veel. Het vraagstuk van vrijheid en autonomie is onvoldoende opgelost. De belangrijkste uitdaging of taak is vrijheid nemen, ‘nee’ zeggen.

  • De Psychopathische karakterstijl (opgeblazen/opgetild)

De derde ontwikkelingsfase bevindt zich in de leeftijd tussen 2,5 en 4 jaar. Dan speelt het thema zelfstandigheid en zelfvertrouwen. Het kind wil op eigen benen gaan staan, experimenteren en grenzen verleggen. Het is de taak van de ouders om in deze fase voldoende vrijheid te geven aan deze ontdekkingsdrang en anderzijds voldoende vertrouwen en steun te bieden waar nodig. Soms echter oefenen de ouders te veel macht uit en manipuleren het kind in de richting die zij willen. Het vraagstuk van zelfstandigheid, afhankelijkheid en ondersteuning is dan onvoldoende opgelost. De uitdaging voor dit type personen is hartsverbinding in vertrouwen, zich durven over geven.

  • De Rigide karakterstructuur

Tussen drie en vijf jaar ontwaakt bij een kind het man- of vrouw-zijn. Het kent een diep verlangen om zich met zijn of haar volle liefde en dus ook volle seksualiteit te openbaren. Het vraagstuk van liefde en intimiteit is onvoldoende opgelost wanneer de ouders bijvoorbeeld verkrampt reageren en het kind hierdoor diep gekwetst is. Het kind wil niet opnieuw gekwetst worden en pantsert zijn hart. Belangrijkste uitdaging of taak is intimiteit oefenen, kwetsbaar durven zijn.