Psychosomatiek en trauma door een andere bril bekeken – Interview met dr. Joeri Calsius
Het borrelt in het therapeutisch landschap. De gezondheidszorg staat op een keerpunt! Waar vroeger spanningsklachten, chronische pijnen of psychisch lijden zeer eenzijdig behandeld werden – ofwel ga je naar de psycholoog of je gaat naar een arts- gaan steeds meer stemmen op om psychische klachten op een meer geïntegreerde, persoonsgerichte of holistische manier aan te pakken. Kortom, de Cartesiaanse opdeling tussen psyche (geest) en soma (lichaam) wordt meer en meer in vraag gesteld: een transdisciplinaire aanpak is dan ook de noodzakelijke oplossing. Baanbrekend hierbij is het onderzoek dat Dr. Joeri Calsius deed: hij lanceert dan ook het begrip ‘Experiënteel Lichaamswerk’ waarbij hij de beide werelden tracht te integreren. Binnenkort kan je aan onze Academy deelnemen aan één van zijn vele trainingen rond dit thema. Een must voor elke gezondheidswerker: of je nu psycholoog, arts of lichaamswerker bent. We strikten Joeri voor een interview.
In onze hedendaagse maatschappij is het therapielandschap opgedeeld in twee kampen: enerzijds heb je de therapievormen die enkel het lichaam als startpunt nemen, anderzijds zijn er de therapieën die enkel de geest belichten (zie kader). Steeds meer gezondheidswerkers en wetenschappers beseffen echter dat deze strikte scheiding, deze ‘psychosomatische kloof’ niet altijd werkzaam is en dat geest en lichaam niet gescheiden kunnen worden. Men merkt dat patiënten vastlopen in het somatische circuit en vaak pas in een tweede beweging terechtkomen in de psychologische hulpverlening. “Wanneer het pilletje niet aanslaat, de massage en oefeningen niet helpen, dan moeten we er misschien eens over gaan praten”… Gelukkig komt daar stilaan verandering in.
Figuur: Psyche. Jaargang 30 (4), december 2018
“Aandacht geven aan het lichaam is voor veel psychologen nog een ‘no-go zone’ ”
Dr. Calsius, jouw onderzoek doet een poging om de psychosomatische kloof te overbruggen. Wat was voor jou de aanleiding om dit onderzoek te starten?
Ikzelf kom aanvankelijk vanuit de biomedische hoek via mijn studie kinesitherapie en osteopathie. Als lichaamstherapeut merkte ik al gauw dat ik bepaalde mensen wel kon helpen, maar dat een deel hiervan zich na bepaalde tijd zich toch opnieuw aanbood. Langzaam groeide het besef dat er beperkingen bestonden als je alleen maar met het lichaam aan de slag gaat. Ik besloot terug naar de universiteit te gaan om psychologie, psychotherapie en filosofie te studeren met als doel deze op een of andere manier te kunnen integreren in mijn werk. Ik merkte op bij collega-psychologen dat zij ook vanuit hun werkkader tegen bepaalde dingen aanliepen. Voor psychologen is het lichaam een soort ‘no-go zone’. Deze categorieke opdeling tussen lichaam en geest is permanent aanwezig zowel in de hoofden van de gezondheidswerkers als de patiënten: lichaamstherapie is geen gesprekstherapie en in psychotherapie is er geen plek voor lichaamswerk of beweging.
Deze opdeling, dit probleem van dualisme, is iets wat ik wil aanpakken. Lichaamstherapeuten, psychologen of artsen, allen kijken en werken vanuit hun eigen perspectief en expertise. Het is dan ook eerst en vooral belangrijk – en naar mijn mening is dit het moeilijkste stuk om in beweging te krijgen – om gezondheidswerkers bewust te maken van de bril waarmee ze kijken. Om hen te trainen anders te leren kijken, moeten ze eerst bewust worden van de bril waarmee ze kijken en de bijbehorende blinde vlekken.
Inzetten op intensieve samenwerking tussen therapeuten is hierbij een must. Dit noemt men trans-disciplinair werken: hulpverleners steken de brug over naar andere vakdomeinen en verdiepen zich hierin in bepaalde mate.
“Bij het optimaal behandelen van een patiënt staat voor mij een geïntegreerde benadering voorop.”
Je schreef het boek ‘Werken met een lichaam dat moeilijk doet. Een andere kijk op het psychosomatische lichaam in therapie’. Kan je daar wat meer over vertellen?
Bij het optimaal behandelen van een patiënt staat voor mij een geïntegreerde benadering voorop. Zowel de lichamelijke als psychische processen en factoren spelen een rol in het verhaal van de patiënt. Werken met een lichaam dat moeilijk doet verwijst naar wat patiënten met psychosomatische klachten vaak ervaren: hun lichaam doet niet wat ze willen, het voelt gespannen en pijnlijk aan of is gewoon moe en leeg. Tegelijkertijd verwoordt het ook wat hulpverleners kunnen ervaren, een lichaam dat moeilijk meewerkt in therapie en niet altijd het verhoopte resultaat geeft.
Dit boek kijkt op een andere manier naar het psychosomatische lichaam in therapie. Het gaat niet mee in een tegennatuurlijke opdeling tussen lichaam en geest, maar zet juist in op de verbindende kracht van lichaamsgerichte psychotherapie. In mijn boek introduceer ik de praktijkgerichte kapstok ‘Experiëntieel Lichaamswerk’, een transdisciplinair kader waarbij theorieën en wetenschappelijke bevindingen uit diverse disciplines (zoals klinische psychologie, filosofie, psychotherapeutische stromingen, myofasciale lichaamstherapieën en neurowetenschappen) samenkomen.
Vanuit deze kapstok willen we therapeuten en artsen helpen om de genoemde trans-disciplinaire brug over te steken en meer geïntegreerd aan de slag te gaan. Waarschijnlijk is het daarom dat het een concept is dat veel mensen aanspreekt.
“Ons lichaam slaat een blauwdruk op van opgedane ervaringen”
In je boek heb je het over een spierpantser. Wat is dit precies?
Ik benoem in mijn boek de term ‘spierpantser’. Het lijkt wat tot de verbeelding te spreken, misschien ook wel omdat we dat allemaal ergens wel herkennen. Het lichaam kan soms strak aanvoelen, gespannen zitten, of je kan je juist heel slap voelen, moe of geblokkeerd zijn. De term spierpantser is een term van Wilhem Reich. Hij wees er al op dat een spierpantser iets is dat zich doorheen de tijd opbouwt, dat het een soort blauwdruk is van wat wij ervaren in onze omgeving, doorheen onze ontwikkeling van kind tot volwassene. Het is dan ook heel belangrijk om na te denken over de invloed van hechting, de relatie die we hebben met mensen rondom ons, onze eerste levensjaren, traumatische gebeurtenissen enz. Het lichaam slaat al deze ervaringen als een soort blauwdruk op, waardoor mensen vervolgens op die manier in de wereld gaan staan. Hun houding, gedrag, beweging en mimiek gaan dan heel erg in de lijn liggen met hun ervaringsgeschiedenis. Het lichaam, dat spierpantser helpt mee om emotionele spanningen te reguleren, een beetje als een thermostaat aan je verwarming die je hoger of lager zet afhankelijk van wat er in de omgeving gebeurt. Dat is net wat we vaak bij mensen zien: ze komen op consultatie met spanningshoofdpijn en relateren dat aan hun werk, hun houding of aan een bepaalde sport die ze uitoefenen. En vaak klopt dat ook en zijn ze geholpen met kinesitherapie of osteopathie, maar er is een grote groep mensen die toch blijvende klachten hebben van hoofdpijn, probleem met de nek, de rug, het bekken enz. maar waar we dus zien dat het enkel analyseren van het probleem vanuit het biomedische stuk, vanuit het bewegingsapparaat, ons niet verder brengt. Dan moeten we op inhoudelijk en therapeutisch vlak verder gaan dan alleen maar stretchen, manipuleren of oefentherapie aanbieden. Ervaringsgericht werken om de patiënt allereerst in contact te brengen met het eigen lichaam, zijn dan cruciaal. Om de patiënt te laten ervaren van binnenuit hoe hij of zij het eigen lichaam terug kan beleven en doorleven en vervolgens van daaruit een andere aanpak te hanteren, er anders ‘in gaan staan’ en anders ‘in gaan leven’.
“We gaan de deelnemers prikkelen om anders te leren kijken”
Je geeft binnenkort een training hierover bij AgapeBelgium, wat kunnen mensen verwachten?
Deze training is gebaseerd op drie pijlers waarmee we stevig aan de slag gaan. Zo bestuderen we grondig de psychologische en (neuro-)biologische fundamenten van lichaamsgericht werken om ons dan vervolgens het specifieke klinisch denken en handelen voor geïntegreerd lichaamswerk eigen te maken. Belangrijk om weten is dat ik veel belang hecht aan het stapsgewijze opbouwen van een grondig theoretisch denkkader dat stevig verankerd is in wetenschappelijke evidentie. Er is in dit deel van het therapielandschap meer dan ooit nood aan inzichten én handvaten die gestut worden vanuit zowel klinische ervaring als wetenschap. Naar mijn mening wil dit laatste nogal eens ontbreken in sommige scholingen, cursussen of workshops en daarom ben ik blij dat Agape deze scholing mogelijk maakt. Willen we lichaamsgerichte psychotherapie en geïntegreerd lichaamswerk écht op de kaart krijgen dan kunnen we niet anders dan onze expertise verbinden aan inzichten en onderzoek binnen andere disciplines en zo begrijpelijk maken wat we doen. Voor wie wil kan deze training een stap in die richting zijn…
Bekijk hier de training Handson-technieken en bekijk hier de training Lichaamsgerichte Psychotherapie.
Dr. Joeri Calsius is van basisopleiding klinisch psycholoog (PhD.) en kinesitherapeut, hij studeerde eveneens cultuurfilosofie (MA.) en gezondheidswetenschappen (MSc.). Hij specialiseerde zich als osteopaat D.O en als lichaamsgericht, psychodynamisch psychotherapeut. Hij promoveerde aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht op een verhandeling over een geïntegreerde benadering van angst vanuit psychodynamische, fenomenologische en lichaamstherapeutische invalshoek. Voor dit proefschrift ontving hij in 2013 de Van Helsdingen Prijs van de Nederlandse Stichting Psychiatrie en Filosofie.
Hij is als klinisch psycholoog-psychotherapeut en lichaamstherapeut werkzaam in een eigen groepspraktijk te Maasmechelen met focus op een geïntegreerde benadering van stress, psychosomatiek en trauma. Daarnaast is hij deeltijds universitair docent en gastdocent aan diverse postgraduaat-opleidingen in binnen- en buitenland. Als onafhankelijk onderzoeker publiceert hij over het centrale onderzoeksthema het lichaam als toegangspoort in psychotherapie. Hij is auteur van diverse peer-reviewed publicaties en boekbijdragen en ook beleidsmatig actief, o.a. binnen de Vlaamse Vereniging van Klinisch Psychologen. Zijn handboek ‘Werken met een lichaam dat moeilijk doet. Een andere kijk op het psychosomatische lichaam in therapie.’ (Acco, 2017) kent momenteel een tweede druk en verschijnt weldra in Engelstalige versie bij Routledge (voorjaar 2020).